Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij namen van de [47]vrucht des lands in hun hand, en brachten ze tot ons af, en zeiden ons bescheid weder, en zeiden: Het land, dat de HEERE, onze God, ons geven zal, is goed. 47. Te weten, wijndruiven, granaatappelen en vijgen. Zie Num.13:24.